Veldkarteringen op Friese terpen Verslag van Bas Mooij (Deel 1)
23 juli 2018 Archeologie blog Middeleeuwen PubliekWelkom op deze speciale zomerblog van archeologie.frl. Graag wil ik mijzelf eerst even kort voorstellen. Mijn naam is Bas Mooij. Ik ben 34 jaar oud en Master-student Archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Op dit moment loop ik stage bij de Museumfederatie Fryslân.
(Foto 1: Bas Mooij tijdens veldwerkzaamheden. Fotograaf: S. Wonmaly)
Tijdens deze stage begeleid ik veldkarteringen op enkele Friese terpen en ga ik archeologische steunpunten ondersteunen. Daarnaast zal ik de komende weken op deze site verslag doen van het archeologisch onderzoek en de activiteiten in de steunpunten.
In maart en april van dit jaar zijn er veldkarteringen uitgevoerd op de terpen rondom Wijnaldum, Dongjum, Berlikum en Dronrijp. Een veldkartering is een niet-schadelijke, archeologische methode waarbij een veld systematisch wordt afgezocht naar vondsten.
Tijdens de kartering wordt het complete perceel ingedeeld in vakken van 20 bij 20 meter. Deze vakken worden afgezocht door een groep enthousiaste vrijwilligers die alleen het aardewerk oprapen dat aan het oppervlakte ligt. Na elk vak wordt het aardewerk verzameld en uiteindelijk per vak geanalyseerd (Kaspers & Sibma 2017, 50-52).
De veldkarteringen zijn uitgevoerd in kader van het onderzoek van promovenda Angelique Kaspers. Door middel van het uitvoeren van karteringen hoopt Angelique een beter inzicht te krijgen in de regionale en interregionale uitwisselingscontacten van de vroege en volle Middeleeuwen. Daarnaast wordt er gekeken naar de aantasting van de terpen.
Naast deze blog schrijf ik ook over de vondsten die we hebben gedaan tijdens de veldkarteringen. Ik probeer elke week een vondst te beschrijven op deze site. Deze eerste week heb ik gekozen voor een veel voorkomende vondst, de speelsteen. Het artikel over de speelsteen is hier te vinden: http://archeologie.frl/vondsten/speelsteen/
Gebruikte bron
Kaspers, A. & T. Sibma, 2017: Veldkarteringen in het terpengebied: een pilot in noordelijk Westergo. Paleo-aktueel 28, p. 49-58.