Het zodenhuis van Firdgum

boek zodenhuis
Prijs € 24,95
Bestel

Het Fries-Groningse kustgebied vormt een van de rijkste archeologische landschappen van Nederland. Het bestond oorspronkelijk uit vruchtbare kweldergebieden: een weids en boomloos landschap waarin het goed boeren was, mits men voldoende rekening hield met de zee. Welbekend zijn de terpen en wierden, de kunstmatig opgeworpen woonheuvels die de kustbewoners en hun kostbaarste goed tegen de hoogste vloeden beschermden. Veel minder bekend is dat ook de architectuur er sterk door de zee beïnvloed werd. Vooral in de vroege middeleeuwen kwam de nauwe relatie tussen landschap en bouwtraditie optimaal in de terpboerderijen tot uiting; opgegraven plattegronden uit de vijfde tot en met de zevende eeuw bestonden uit weinig meer dan dikke muren van gestapelde kleizoden.

Ondanks hun streekgebonden uiterlijk waren deze zodenhuizen op dezelfde leest geschoeid als de ‘houten’ woonstalhuizen die elders in het zuidelijke Noordzeegebied gebouwd werden. Daarom is onderzoek aan de terpboerderij ook relevant voor de niet-Friese archeologie. Het kan hieraan zelfs extra bijdragen omdat terpen en wierden de archeologische resten zo uitzonderlijk goed conserveren. Waar elders van boerderijen meestal niet meer dan paalsporen worden blootgelegd, blijken in terpen de zodenmuren nog tot wel 70 cm hoogte overeind te staan!

In deze eerste uitgave van het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen zal blijken dat de lang vergeten zodenbouw tot in detail te achterhalen is. Gaandeweg wordt duidelijk dat de Noord-Nederlandse boerderijen in de vroege middeleeuwen veel duurzamer gebouwd en onderhouden werden dan tot nu toe werd gedacht. Kundig gebruikmakend van natuurlijke bouwmaterialen uit de eigen regio wist men al vroeg stabiele houtconstructies op te trekken die mede vanwege hun boogvorm significant afweken van de latere rechthoekige gebinten. Tot tweemaal toe wordt een vroegmiddeleeuws zodenhuis in het echt nagebouwd om zo de belangrijkste ideeën in een ambitieus archeologisch experiment op de proef te stellen. Daarmee komt de oudste middeleeuwse boerderijbouw in een volledig nieuw daglicht te staan – het verschil met de historisch bekende boerderijbouw kan haast niet groter.

Auteur: Daniël Postma.
Omvang: 336 blz.
Uitgave: 2015.