Muntschat
Sneek kloosters metaal MiddeleeuwenWat is het: muntschat
Waar gevonden: voormalig kloosterterrein tussen Sneek en Bolsward
Materiaal: zilver
Datering: vroege 14e eeuw
Te bekijken: ja, in Archeologisch Steunpunt Sneek
Info, door Gilbert Hofstra (ASP Sneek):
Op 13 mei werden ik gebeld door Y. Boonstra (archeologisch beleidsadviseur van de Gemeente Sudwest Fryslân), dat er bij het ploegen van een weiland allemaal archeologische resten naar boven waren gekomen. Of wij van het ASP-Sneek tijd hadden om die avond ter plaatse polshoogte te nemen. Dus die avond vertrokken we in gezelschap van Y. Boonstra naar de locatie. Daar aangekomen bleek er een grote hoeveelheid puin en botmateriaal aan het oppervlak te liggen. Uit nader onderzoek en navraag bij de boer bleek het te gaan om opgebrachte grond, welke afkomstig was van een voormalig kloosterterrein in de directe omgeving. Dus gelukkig was alles al verstoord, en waren er geen archeologische lagen aangetast. Nino Casolin heeft vervolgens het terrein afgezocht met een metaaldetector (XP-Deus). Dit leverde al vrij snel een fraaie Engelse Voided Long Cross Penny van Henry III op (1251-1253). Even later riep hij ons dat hij nu wel iets heel bijzonders had gevonden, dus wij allemaal kijken. Tussen de kluiten was een stapeltje zilveren munten zichtbaar. Nadat we de munten geborgen hadden begon het donker te worden, en keerden we huiswaarts. De volgende ochtend is de rest van het veld nog afgezocht. Hierbij werd nog een Leuvense Penning van Hendrik II of III (1235-1261) gevonden, maar ook een aantal gespjes, een vroege vingerhoed en een ringfibula. Omdat het betreffende land met mais was ingezaaid, konden we na de oogst het terrein opnieuw afzoeken. Dit leverde naast een grote hoeveelheid scherven, bouwmateriaal en lood, en nog eens 17 vergelijkbare munten op. Deze munten zijn allemaal gevonden in de directe omgeving van de muntvondst uit mei, vier zaten bij elkaar en de rest werden los gevonden. Hiermee komt het totaal op 51 munten, het blijkt te gaan om 26 volledige en 25 geknipte munten, welke afkomstig zijn uit de periode 1244-1311.
Hoe passen deze munten in de monetaire geschiedenis?
Het rekengeldstelsel bestond uit een bepaalde vastgestelde munt (met een vast zilvergewicht) als standaard, aan de hand van deze standaard konden de andere waarden worden berekend. Voor Friesland is dit heel lang de “oud Friese” zilveren penning geweest. Maar rond het midden van de 13e eeuw waren deze penningen zo lang in omloop geweest dat deze, door slijtage, niet meer geschikt waren als standaard munt. We zien dan ook dat vanaf ongeveer 1250 de Engelse penning, het Sterling geld, steeds meer wordt gebruikt als standaardmunt. Waardoor de ”oud Friese” penning verdrongen werd als standaardmunt. Nadat de Engelse
penningen in de loop van 14e eeuw steeds minder in omloop waren, werd de Vlaamse groot de nieuwe standaardmunt. Toch bleef de Engelse penning tot aan het einde van de Middeleeuwen als rekeneenheid dienst doen. Deze muntschat zit nog in de periode dat de Engelse penning de standaard munt was. Daarnaast zien we ook de Vlaamse munten al als gangbare valuta optreden.
De opvallendste munt
De opvallendste munt is de Grosso, deze is nog in perfecte staat met geen zichtbare slijtage. op deze munt staat een tronende Christus. Door de afbeelding van Christus werden deze munten vaak omgevormd tot een sieraad. Zo komen we in NUMIS tien meldingen van vergelijkbare Grosso’s tegen, waarvan er vijf tot een sieraad zijn omgevormd. Ook is het bekend dat deze munten in Nederland wel als grafgift werden gebruikt. Het bekendste voorbeeld is het graf van Marcus in Eindhoven, welke is vernoemd naar een Grosso die in zijn graf werd gevonden. Of deze Grosso ook een speciale functie had is niet duidelijk, hij past in ieder geval niet in de rest van de muntschat, welke bestaat uit lokaal gangbare munten.
Reden van deponering?
Aan de hand van de Deniers van Jan I/II van Holland geslagen tussen 1296 en 1304, weten we dat de muntschat niet voor 1296 in de grond beland kan zijn. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat dit in het begin van de 14e eeuw gebeurd is. Hoe en waarom de munten in de grond zijn gekomen is niet duidelijk. Van het verpakkingsmateriaal is niets terug gevonden. Wel weten we dat grond afkomstig is van een kloostercomplex, deze bevatte ook restanten van het kerkhof. Of de munten zijn mee begraven met een persoon, of dat ze bewust zijn verstopt is niet duidelijk. Gezien de Grosso zou je kunnen denken aan een grafgift, maar wat doen de ander munten daar dan bij?